Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. overbuur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overbuur (Nederlands) in het Frans

overbuur:

overbuur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overbuur
    le vis-à-vis; le voisin d'en face

Vertaal Matrix voor overbuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vis-à-vis overbuur
voisin d'en face overbuur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vis-à-vis andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld

Verwante woorden van "overbuur":