Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overspelen (Nederlands) in het Frans
overspelen:
-
overspelen
Conjugations for overspelen:
o.t.t.
- overspeel
- overspeelt
- overspeelt
- overspelen
- overspelen
- overspelen
o.v.t.
- overspeelde
- overspeelde
- overspeelde
- overspeelden
- overspeelden
- overspeelden
v.t.t.
- heb overspeeld
- hebt overspeeld
- heeft overspeeld
- hebben overspeeld
- hebben overspeeld
- hebben overspeeld
v.v.t.
- had overspeeld
- had overspeeld
- had overspeeld
- hadden overspeeld
- hadden overspeeld
- hadden overspeeld
o.t.t.t.
- zal overspelen
- zult overspelen
- zal overspelen
- zullen overspelen
- zullen overspelen
- zullen overspelen
o.v.t.t.
- zou overspelen
- zou overspelen
- zou overspelen
- zouden overspelen
- zouden overspelen
- zouden overspelen
en verder
- ben overspeeld
- bent overspeeld
- is overspeeld
- zijn overspeeld
- zijn overspeeld
- zijn overspeeld
diversen
- overspeel!
- overspeelt!
- overspeeld
- overspelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overspelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rejouer | overspelen |
Verwante woorden van "overspelen":
overspelen vorm van overspel:
-
het overspel
Vertaal Matrix voor overspel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adultère | overspel | het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adultère | ontrouw; overspelig |