Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pasjes (Nederlands) in het Frans

pasjes:

pasjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de pasjes
    le billets; le passeports; le tickets de passage

Vertaal Matrix voor pasjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
billets pasjes briefjes; kaartjes
passeports pasjes
tickets de passage pasjes

Verwante woorden van "pasjes":


pasje:

pasje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pasje
    la carte de membres; le ticket; la carte d'identité; le ticket d'entrée; la carte d'entrée; la carte d'abonnée

Vertaal Matrix voor pasje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carte d'abonnée pasje
carte d'entrée pasje entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
carte d'identité pasje identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; pas; paspoort; persoonsbewijs
carte de membres pasje
ticket pasje bon; coupon; entreebiljet; kaart; kaartje; ontvangstbewijs; plaatsbewijs; reçu; stortingsbewijs; ticket; toegangsbewijs
ticket d'entrée pasje entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs

Verwante woorden van "pasje":


Verwante vertalingen van pasjes