Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. peuzelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor peuzelen (Nederlands) in het Frans

peuzelen:

peuzelen werkwoord (peuzel, peuzelt, peuzelde, peuzelden, gepeuzeld)

  1. peuzelen (knabbelen)
    grignoter; ronger
    • grignoter werkwoord (grignote, grignotes, grignotons, grignotez, )
    • ronger werkwoord (ronge, ronges, rongeons, rongez, )

Conjugations for peuzelen:

o.t.t.
  1. peuzel
  2. peuzelt
  3. peuzelt
  4. peuzelen
  5. peuzelen
  6. peuzelen
o.v.t.
  1. peuzelde
  2. peuzelde
  3. peuzelde
  4. peuzelden
  5. peuzelden
  6. peuzelden
v.t.t.
  1. heb gepeuzeld
  2. hebt gepeuzeld
  3. heeft gepeuzeld
  4. hebben gepeuzeld
  5. hebben gepeuzeld
  6. hebben gepeuzeld
v.v.t.
  1. had gepeuzeld
  2. had gepeuzeld
  3. had gepeuzeld
  4. hadden gepeuzeld
  5. hadden gepeuzeld
  6. hadden gepeuzeld
o.t.t.t.
  1. zal peuzelen
  2. zult peuzelen
  3. zal peuzelen
  4. zullen peuzelen
  5. zullen peuzelen
  6. zullen peuzelen
o.v.t.t.
  1. zou peuzelen
  2. zou peuzelen
  3. zou peuzelen
  4. zouden peuzelen
  5. zouden peuzelen
  6. zouden peuzelen
diversen
  1. peuzel!
  2. peuzelt!
  3. gepeuzeld
  4. peuzelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor peuzelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grignoter oppeuzelen; opvreten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grignoter knabbelen; peuzelen kluiven; knagen; knauwen
ronger knabbelen; peuzelen inbijten; inkankeren; invreten; kluiven; knagen; knauwen