Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. rabauwen:
  2. rabauw:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rabauwen (Nederlands) in het Frans

rabauwen:

rabauwen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de rabauwen (schurken; boeven)
    le truands; le bandits; le malfaiteurs; la salopes; le scélérats; le salauds; le brigands; le filous

Vertaal Matrix voor rabauwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandits boeven; rabauwen; schurken rotzakken; smeerlappen
brigands boeven; rabauwen; schurken
filous boeven; rabauwen; schurken rotzakken; smeerlappen
malfaiteurs boeven; rabauwen; schurken rotzakken; smeerlappen
salauds boeven; rabauwen; schurken gemeneriken; hufters; rotzakken; schoften; slechteriken; smeerlappen; varkens; viezeriken; viezerikken; zwijnen
salopes boeven; rabauwen; schurken schoften; sletten; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen
scélérats boeven; rabauwen; schurken rotzakken; smeerlappen
truands boeven; rabauwen; schurken rotzakken; smeerlappen

Verwante woorden van "rabauwen":


rabauwen vorm van rabauw:

rabauw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rabauw
    le vaurien
    • vaurien [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rabauw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vaurien rabauw boef; fielt; picaro; rekel; schavuit; schelm; schobbejak; schurk; smeerlap; viezerik; zwijn

Verwante woorden van "rabauw":