Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. schaap:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schaap (Nederlands) in het Frans

schaap:

schaap [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schaap (onnozole hals; kuiken; onnozelaar; )
    le nigaud; la bécasse; l'âne; le ballot; le pauvre diable; le niais; le gros bêta; le bêta
    • nigaud [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bécasse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • âne [le ~] zelfstandig naamwoord
    • ballot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pauvre diable [le ~] zelfstandig naamwoord
    • niais [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gros bêta [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bêta [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schaap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ballot kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil baal; pak
bécasse kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil gans; gansje; houtsnip
bêta kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil druiloor; idioot; kalfskop; minkukel; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken
gros bêta kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil domkop; dommerik; domoor; druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken
niais kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; gek; hansworst; idioot; kalfskop; kwast; kwibus; nar; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilskuikens; zot
nigaud kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil aalscholver; achterlijke; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; gek; gestoorde; hufter; idioot; kalfskop; klootzak; leeghoofdje; mafketel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken
pauvre diable kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil arme drommel; drommel; druiloor; idioot; kalfskop; klungel; klungelaar; kruk; oen; ongelukkige; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stakker; stakkerd; stoethaspel; stommeling; stommerd; stommerik; stumper; sukkel; sukkelaar; sul; zielenpiet
âne kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; ezel; idioot; kalfskop; leeghoofdje; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niais eenvoudig; gemakkelijk; kalverachtig; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel; sullig

Verwante woorden van "schaap":


Wiktionary: schaap

schaap
noun
  1. Mammifère herbivore

Cross Translation:
FromToVia
schaap mouton Schaf — ein Paarhufer, der als Lieferant für Wolle, Fleisch und Milch dient
schaap mouton sheep — animal

Verwante vertalingen van schaap