Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. snuif:
  2. snuiven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snuif (Nederlands) in het Frans

snuif:

snuif [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snuif
    le tabac à priser

Vertaal Matrix voor snuif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tabac à priser snuif snuiftabak

Verwante woorden van "snuif":


snuiven:

snuiven werkwoord (snuif, snuift, snoof, snoven, gesnoven)

  1. snuiven (opsnuiven; een snuif nemen; insnuiven)
    aspirer; renifler; fumer par les poumons; respirer; inhaler
    • aspirer werkwoord (aspire, aspires, aspirons, aspirez, )
    • renifler werkwoord (renifle, renifles, reniflons, reniflez, )
    • respirer werkwoord (respire, respires, respirons, respirez, )
    • inhaler werkwoord (inhale, inhales, inhalons, inhalez, )
  2. snuiven (neus ophalen)
    renifler
    • renifler werkwoord (renifle, renifles, reniflons, reniflez, )

Conjugations for snuiven:

o.t.t.
  1. snuif
  2. snuift
  3. snuift
  4. snuiven
  5. snuiven
  6. snuiven
o.v.t.
  1. snoof
  2. snoof
  3. snoof
  4. snoven
  5. snoven
  6. snoven
v.t.t.
  1. heb gesnoven
  2. hebt gesnoven
  3. heeft gesnoven
  4. hebben gesnoven
  5. hebben gesnoven
  6. hebben gesnoven
v.v.t.
  1. had gesnoven
  2. had gesnoven
  3. had gesnoven
  4. hadden gesnoven
  5. hadden gesnoven
  6. hadden gesnoven
o.t.t.t.
  1. zal snuiven
  2. zult snuiven
  3. zal snuiven
  4. zullen snuiven
  5. zullen snuiven
  6. zullen snuiven
o.v.t.t.
  1. zou snuiven
  2. zou snuiven
  3. zou snuiven
  4. zouden snuiven
  5. zouden snuiven
  6. zouden snuiven
en verder
  1. ben gesnoven
  2. bent gesnoven
  3. is gesnoven
  4. zijn gesnoven
  5. zijn gesnoven
  6. zijn gesnoven
diversen
  1. snuif!
  2. snuift!
  3. gesnoven
  4. snuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor snuiven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspirer een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven absorberen; afzuigen; bedoelen; beogen; hopen; iets ophalen; opnemen; opslorpen; opslurpen; opzuigen; spinzen; ten doel hebben; van hoop vervuld zijn; verlangen; wegzuigen
fumer par les poumons een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven iets ophalen; inhaleren; over de longen roken
inhaler een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven ademen; ademhalen; iets ophalen; inademen; inhaleren; over de longen roken
renifler een snuif nemen; insnuiven; neus ophalen; opsnuiven; snuiven besniffelen; besnuffelen; een loopneus hebben; hinniken; iets ophalen; inzuigen; naar binnen zuigen; naspeuring doen; paardegeluid maken; rechercheren; sniffelen; snuffelen; snuffen; speuren
respirer een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven ademen; ademhalen; bekomen; herademen; iets ophalen; inademen; inhaleren; op zijn verhaal komen; opgelucht ademhalen; verademen

Verwante woorden van "snuiven":


Wiktionary: snuiven

snuiven
verb
  1. aspirer fortement par le nez.

Cross Translation:
FromToVia
snuiven reniflement snort — sound made by exhaling roughly through the nose
snuiven → s'ébrouer schnauben — geräuschvoll atmen

Verwante vertalingen van snuif