Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. spanners:
  2. spanner:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spanners (Nederlands) in het Frans

spanners:

spanners [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de spanners (steeksleutels)
    la clés plates; la clés à écrou; la clefs anglaises

Vertaal Matrix voor spanners:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clefs anglaises spanners; steeksleutels schroefsleutels
clés plates spanners; steeksleutels
clés à écrou spanners; steeksleutels moersleutels

Verwante woorden van "spanners":


Wiktionary: spanners

spanners
noun
  1. (term, phylogénétique) zoologie|nocat=1 famille d'insectes lépidoptères (papillons) de nuit aux chenilles arpenteuses souvent ravageuses défoliateurs.

spanner:

spanner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spanner (moersleutel; steeksleutel; schroefsleutel)
    la clef à écrou; la clef anglaise; la clef à molette

Vertaal Matrix voor spanner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clef anglaise moersleutel; schroefsleutel; spanner; steeksleutel
clef à molette moersleutel; schroefsleutel; spanner; steeksleutel
clef à écrou moersleutel; schroefsleutel; spanner; steeksleutel

Verwante woorden van "spanner":