Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. spies:
  2. spie:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spies (Nederlands) in het Frans

spies:

spies [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spies (satéspies)
    la broche; la brochette
    • broche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • brochette [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de spies (vleespriem)
    la brochette

Vertaal Matrix voor spies:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broche satéspies; spies braadspies; braadspit; broche; sierspeld
brochette satéspies; spies; vleespriem koppel; paar; stel; stelletje

Verwante woorden van "spies":


Wiktionary: spies


Cross Translation:
FromToVia
spies brochette; broche skewer — pin used to secure food during cooking
spies lance spear — long stick with a sharp tip

spie:

spie [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spie (borgmoer)
    la cheville; la clavette; le contre-écrou; la goupille

Vertaal Matrix voor spie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheville borgmoer; spie enkel; enkelgewricht; handvat in de vorm van stok; klem; klinknagel; nagel; pen; pin; spijker; steel; stop; voetgewricht; zekering
clavette borgmoer; spie klem; pen; pin
contre-écrou borgmoer; spie
goupille borgmoer; spie

Verwante woorden van "spie":

  • spies, spietje, spietjes

Wiktionary: spie

spie
noun
  1. Pièce pour stabiliser
  2. (Mécanique) Pièce métallique placée entre une rainure
  3. Pièce servant à fendre le bois ou la pierre

Cross Translation:
FromToVia
spie coin; cale wedge — simple machine

Verwante vertalingen van spies