Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. strepen:
  2. streep:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strepen (Nederlands) in het Frans

strepen:

strepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de strepen
    la lignes
    • lignes [la ~] zelfstandig naamwoord

strepen werkwoord (streep, streept, streepte, streepten, getreept)

  1. strepen (strepen trekken)
    rayer
    • rayer werkwoord (raye, rayes, rayons, rayez, )

Conjugations for strepen:

o.t.t.
  1. streep
  2. streept
  3. streept
  4. strepen
  5. strepen
  6. strepen
o.v.t.
  1. streepte
  2. streepte
  3. streepte
  4. streepten
  5. streepten
  6. streepten
v.t.t.
  1. ben getreept
  2. bent getreept
  3. is getreept
  4. zijn getreept
  5. zijn getreept
  6. zijn getreept
v.v.t.
  1. was getreept
  2. was getreept
  3. was getreept
  4. waren getreept
  5. waren getreept
  6. waren getreept
o.t.t.t.
  1. zal strepen
  2. zult strepen
  3. zal strepen
  4. zullen strepen
  5. zullen strepen
  6. zullen strepen
o.v.t.t.
  1. zou strepen
  2. zou strepen
  3. zou strepen
  4. zouden strepen
  5. zouden strepen
  6. zouden strepen
diversen
  1. streep!
  2. streept!
  3. getreept
  4. strepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor strepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lignes strepen notenbalk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rayer strepen; strepen trekken bekrassen; belijnen; diskwalificeren; doorhalen; doorstrepen; iemand schrappen; liniëren; royeren; schrappen; uitsluiten; van lijnen voorzien

Verwante woorden van "strepen":


streep:

streep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de streep (lijn; linie)
    la ligne; le trait; la bande; la barre; la file; la corde; la règle; le câble
    • ligne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trait [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bande [la ~] zelfstandig naamwoord
    • barre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • file [la ~] zelfstandig naamwoord
    • corde [la ~] zelfstandig naamwoord
    • règle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • câble [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor streep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bande lijn; linie; streep accumulatie; band; band van bandrecorder; banderol; bende; clan; coterie; gelid; groep; groep jongeren; hoop; horde; kliek; koppel; meute; onderonsje; paar; reepje; rij; samenscholing; slagzij; spoel; stel; stelletje; strook; troep; verband; volant; zwachteling
barre lijn; linie; streep balie; balkonhek; balustrade; baton; chocolade; chocoladereep; gelid; gerecht; gerechtshof; getuigenbank; hof; lijn; pastille; plak; rechtbank; reep; reep chocolade; rij; schreef; staaf; staf; stang; stok; tablet; tribunaal
corde lijn; linie; streep draad; elektriciteitsdraad; garen; gelid; kabel; kabeltouw; koord; rij; rijgsnoer; scheepskabel; scheepstouw; scheerlijn; snaar; snoer; snoertje; touw; touwtje
câble lijn; linie; streep beheer; bestuur; directie; elektriciteitsdraad; elektrische geleiding; geleiding; gelid; kabel; kabelleiding; kabeltouw; koord; leiding; rij; scheepskabel; scheepstouw; snoer; snoertje
file lijn; linie; streep gelid; rij
ligne lijn; linie; streep gelid; gezichtsrimpel; hengelsnoer; lijn; record; regel; rij; rimpel; schriftlijn; vislijn; vissnoer; vooreind; vooreinde; voorste gedeelte
règle lijn; linie; streep duimstok; filter; gelid; handvest; liniaal; maatstaf; maatstok; norm; regel; rij; standaard; statuut
trait lijn; linie; streep dronk; eigenschap; gelaatstrek; gezichtsrimpel; haal; haal met de pen; haaltje; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kras; kwalititeit; kwaststreek; lijn; lijntje; pennekras; pennenstreek; rimpel; ruk; schimpscheut; schreef; slok; stigma; streepje; teug; trek; trekje; trekje aan een sigaret; typering; voorzet
- lijn
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
ligne regel

Verwante woorden van "streep":


Synoniemen voor "streep":


Verwante definities voor "streep":

  1. verbinding tussen twee punten op een ondergrond1
    • er liep een witte streep over het midden van de weg1

Wiktionary: streep

streep
noun
  1. een min of meer rechte getrokken lijn of lijnstuk
streep
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. ligne tracer sur une surface.
  3. Impulsion parasite de courte durée qui traverse le signal vidéo à peu près au niveau du noir de référence sur l’oscilloscope de contrôle.
  4. Bande d’une certaine largeur contrastant par rapport au fond.

Cross Translation:
FromToVia
streep ligne; trait line — path through two or more points, threadlike mark

Verwante vertalingen van strepen