Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. supermarkten:
  2. supermarkt:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor supermarkten (Nederlands) in het Frans

supermarkten:

supermarkten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de supermarkten
    le supermarchés

Vertaal Matrix voor supermarkten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
supermarchés supermarkten

Verwante woorden van "supermarkten":


supermarkten vorm van supermarkt:

supermarkt [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de supermarkt
    le supermarché

Vertaal Matrix voor supermarkt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
supermarché supermarkt zelfbedieningswinkel

Verwante woorden van "supermarkt":


Verwante definities voor "supermarkt":

  1. grote zelfbedieningszaak met levensmiddelen1
    • Albert Heijn is een supermarkt1

Wiktionary: supermarkt

supermarkt
noun
  1. handel|nld een relatief grote zelfbedieningswinkel waar voedingsmiddelen en huishoudelijke artikelen worden verkocht
supermarkt
noun
  1. magasin en libre-service assez grand (400 à 2500 mètres carrés environ), proposant à la vente des produits alimentaires, d’hygiène, et optionnellement tous les biens de consommation courants.

Cross Translation:
FromToVia
supermarkt grande surface; supermarché Supermarktgroßes Einzelhandelsgeschäft, das Lebensmittel, Genussmittel und daneben meist auch Drogerieartikel und andere Artikel des täglichen Bedarfs anbietet
supermarkt supermarché supermarket — store