Nederlands
Uitgebreide vertaling voor torpederen (Nederlands) in het Frans
torpederen:
-
torpederen
torpiller-
torpiller werkwoord (torpille, torpilles, torpillons, torpillez, torpillent, torpillais, torpillait, torpillions, torpilliez, torpillaient, torpillai, torpillas, torpilla, torpillâmes, torpillâtes, torpillèrent, torpillerai, torpilleras, torpillera, torpillerons, torpillerez, torpilleront)
-
Conjugations for torpederen:
o.t.t.
- torpedeer
- torpedeert
- torpedeert
- torpederen
- torpederen
- torpederen
o.v.t.
- torpedeerde
- torpedeerde
- torpedeerde
- torpedeerden
- torpedeerden
- torpedeerden
v.t.t.
- heb getorpedeerd
- hebt getorpedeerd
- heeft getorpedeerd
- hebben getorpedeerd
- hebben getorpedeerd
- hebben getorpedeerd
v.v.t.
- had getorpedeerd
- had getorpedeerd
- had getorpedeerd
- hadden getorpedeerd
- hadden getorpedeerd
- hadden getorpedeerd
o.t.t.t.
- zal torpederen
- zult torpederen
- zal torpederen
- zullen torpederen
- zullen torpederen
- zullen torpederen
o.v.t.t.
- zou torpederen
- zou torpederen
- zou torpederen
- zouden torpederen
- zouden torpederen
- zouden torpederen
en verder
- ben getorpedeerd
- bent getorpedeerd
- is getorpedeerd
- zijn getorpedeerd
- zijn getorpedeerd
- zijn getorpedeerd
diversen
- torpedeer!
- torpedeert!
- getorpedeerd
- torpederend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor torpederen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
torpiller | torpederen |
Wiktionary: torpederen
torpederen
verb
-
Faire sauter à l’aide d’une torpille.