Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitzweten (Nederlands) in het Frans

uitzweten:

uitzweten werkwoord (zweet uit, zweette uit, zweetten uit, uitgezweet)

  1. uitzweten (zweten)
    suer; guérir en transpirant; sécréter; eliminer du liquide; transpirer
    • suer werkwoord (sue, sues, suons, suez, )
    • sécréter werkwoord (sécrète, sécrètes, sécrétons, sécrétez, )
    • transpirer werkwoord (transpire, transpires, transpirons, transpirez, )

Conjugations for uitzweten:

o.t.t.
  1. zweet uit
  2. zweet uit
  3. zweet uit
  4. zweten uit
  5. zweten uit
  6. zweten uit
o.v.t.
  1. zweette uit
  2. zweette uit
  3. zweette uit
  4. zweetten uit
  5. zweetten uit
  6. zweetten uit
v.t.t.
  1. heb uitgezweet
  2. hebt uitgezweet
  3. heeft uitgezweet
  4. hebben uitgezweet
  5. hebben uitgezweet
  6. hebben uitgezweet
v.v.t.
  1. had uitgezweet
  2. had uitgezweet
  3. had uitgezweet
  4. hadden uitgezweet
  5. hadden uitgezweet
  6. hadden uitgezweet
o.t.t.t.
  1. zal uitzweten
  2. zult uitzweten
  3. zal uitzweten
  4. zullen uitzweten
  5. zullen uitzweten
  6. zullen uitzweten
o.v.t.t.
  1. zou uitzweten
  2. zou uitzweten
  3. zou uitzweten
  4. zouden uitzweten
  5. zouden uitzweten
  6. zouden uitzweten
en verder
  1. ben uitgezweet
  2. bent uitgezweet
  3. is uitgezweet
  4. zijn uitgezweet
  5. zijn uitgezweet
  6. zijn uitgezweet
diversen
  1. zweet uit!
  2. zweet uit!
  3. uitgezweet
  4. uitzwetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitzweten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eliminer du liquide uitzweten; zweten
guérir en transpirant uitzweten; zweten
suer uitzweten; zweten
sécréter uitzweten; zweten
transpirer uitzweten; zweten dampen; doorsijpelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; filteren; laten doorsijpelen; percoleren; rook afgeven; stomen; transpireren; uitwasemen; verdampen; wasemen; zweten