Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vaal (Nederlands) in het Frans

vaal:

vaal bijvoeglijk naamwoord

  1. vaal (grauw)
    gris; décoloré; pâle; blême; blafard; incolore; sans couleur; neutre; terne; livide; grisâtre
  2. vaal (asgrauw; lijkbleek; lijkwit)
    grisâtre; cendreux; couleur de cendre; pâle comme la mort

Vertaal Matrix voor vaal:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blafard grauw; vaal bleek; bleek van gelaatskleur; doodsbleek; flauw; flets; lijkbleek; lijkwit; pips; sneeuwwit; spierwit; verschoten; wit
blême grauw; vaal blank; bleek; bleek van gelaatskleur; boosaardig; dof; doodsbleek; flauw; flets; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; kleurloos; lijkbleek; lijkwit; mat; mistroostig; morsig; niet helder; ongekleurd; ongelakt; pips; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; sneeuwwit; somber; spierwit; triest; troosteloos; verschoten; verveloos; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; wit
cendreux asgrauw; lijkbleek; lijkwit; vaal
couleur de cendre asgrauw; lijkbleek; lijkwit; vaal
décoloré grauw; vaal bleek; flauw; flets; verschoten; verveloos
gris grauw; vaal aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; blank; bleek; boosaardig; dronken; druilerig; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; grijsharig; halfdronken; kleurloos; ladderzat; laveloos; miezerig; mistroostig; morsig; ongekleurd; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; smoordronken; somber; stomdronken; straalbezopen; teut; tipsy; toeter; triest; troosteloos; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vuil grijs; vunzig; zat
grisâtre asgrauw; grauw; lijkbleek; lijkwit; vaal boosaardig; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; grijsachtig; grijzig; mistroostig; morsig; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; somber; triest; troosteloos; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vuil grijs; vunzig
incolore grauw; vaal blank; bleek; kleurloos; ongekleurd
livide grauw; vaal bleek; doodsbleek; flauw; flets; lijkbleek; lijkwit; pips; sneeuwwit; spierwit; verschoten; wit
neutre grauw; vaal afzijdig; anoniem; gedeodoreerd; geslachtloos; geurloos; indifferent; laconiek; lauw; naamloos; neutraal; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onzijdig; reukloos
pâle grauw; vaal blank; bleek; bleek van gelaatskleur; flauw; flets; kleurloos; ongelakt; pips; verschoten; wit; wit van huidskleur
pâle comme la mort asgrauw; lijkbleek; lijkwit; vaal
sans couleur grauw; vaal blank; bleek; kleurloos; ongekleurd; verveloos
terne grauw; vaal afstompend; beslagen; bleek; boosaardig; daas; dof; dood; eentonig; eenvoudig; flauw; flets; flodderig; futloos; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; gematteerd; glansloos; grauw; grauwkleurig; grijs; lamlendig; levenloos; licht; lusteloos; makkelijk; mat; mistroostig; morsig; niet bezield; niet helder; niet moeilijk; niet uitbundig; onbezield; ongeanimeerd; overbluft; paf; perplex; ranzig; saai; simpel; slap; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smakeloos; smerig; soezerig; somber; sprakeloos; stom; stomverbaasd; suf; triest; troosteloos; verschoten; versuft; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; zonder smaak; zwijgend

Verwante woorden van "vaal":


Wiktionary: vaal

vaal
adjective
  1. Qui est d’une couleur ou d’un éclat pâle, terne.
  2. Qui est pâle et défait
  3. Qui est d’un blanc terne, qui décolorer, parler du visage.

Verwante vertalingen van vaal