Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbetenheid (Nederlands) in het Frans

verbetenheid:

verbetenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verbetenheid
    l'acharnement

Vertaal Matrix voor verbetenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acharnement verbetenheid halsstarrigheid; hardhoofdigheid; hardnekkigheid; koppigheid; stijfhoofdigheid; stijfkoppigheid; weerbarstigheid; weerspannigheid

Verwante woorden van "verbetenheid":


verbeten:

verbeten bijvoeglijk naamwoord

  1. verbeten (haatdragend)
    acharné; rancunier; haineux; vindicatif
  2. verbeten
    acharné
  3. verbeten (grimmig)
    âpre; virulent; enragé; fou de rage; acharné; furieux; aigre; agressif; ulcéré; en colère; aigri; aigrement; furibond; revêche; irrité; âprement; férocement; furieusement; fâché contre; irrité contre
  4. verbeten (onderdrukt; opgekropt; verkropt)
    opprimé; ulcéré; enragé; réprimé; virulent; haineux; âpre; rancunier; âcre; vindicatif; irrité; âprement; furieusement; fâché contre; irrité contre

Vertaal Matrix voor verbeten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enragé dolleman; fanaat; fanaticus; geesteszieke; gek; ijveraar; krankzinnige; waanzinnige; zeloot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acharné grimmig; haatdragend; verbeten aanhoudend; hardnekkig; naarstig; obstinaat; verwoed; voortdurend
agressif grimmig; verbeten aanvallend; agressief; assertief; bitter teleurgesteld; felle; gewelddadig; hanig; offensief; op ruzie lijkend; ruzieachtig; verbitterd; zelfbewust
aigre grimmig; verbeten bits; bitter; bitter teleurgesteld; fel; galachtig; hanig; honend; kattig; pinnig; rins; schamper; scherp; smadelijk; smadend; smalend; snibbig; spinnig; spottend; verbitterd; vinnig; vlijmend; wrang; wrangig; zurig; zuur; zuur smakend
aigrement grimmig; verbeten bitter; bitter teleurgesteld; fel; galachtig; hanig; honend; pinnig; schamper; scherp; smadelijk; smadend; smalend; snibbig; spottend; verbitterd; vinnig; vlijmend; wrang; zuur; zuur smakend
aigri grimmig; verbeten bitter teleurgesteld; verbitterd
en colère grimmig; verbeten bitter; bitter teleurgesteld; boos; dol; driftig; felle; furieus; gebelgd; gebeten; gekwetst; giftig; hels; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; ongetemd; ontstoken; ontvlamd; razend; ruig; ruw; spinnijdig; tierend; toornig; verbitterd; verbolgen; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; wild; woedend; woest; zeer boos; ziedend
enragé grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; gekwetst; giftig; hels; kokend; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; ongetemd; razend; ruig; ruw; spinnijdig; tierend; toornig; verbitterd; verbolgen; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; wild; woedend; woest; zeer boos; ziedend
fou de rage grimmig; verbeten bitter teleurgesteld; ongetemd; ruig; ruw; verbitterd; wild; woest
furibond grimmig; verbeten boos; dol; erg boos; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; ongetemd; razend; ruig; ruw; spinnijdig; tierend; toornig; vertoornd; wild; woedend; woest; ziedend
furieusement grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter; bitter teleurgesteld; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; ongetemd; razend; ruig; ruw; tierend; verbitterd; verbolgen; vertoornd; wild; woedend; woest; zeer boos
furieux grimmig; verbeten bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; geweldig; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; ongetemd; razend; ruig; ruw; spinnijdig; tierend; toornig; verbitterd; verbolgen; vertoornd; wild; woedend; woest; zeer boos; ziedend
fâché contre grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter teleurgesteld; gebeten; verbitterd
férocement grimmig; verbeten barbaars; beestachtig; bitter teleurgesteld; bruut; felle; inhumaan; monsterlijk; ongetemd; onmenselijk; ruig; ruw; verbitterd; wild; woest; wreed
haineux haatdragend; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt haatdragend; onverzoenlijk; rancuneus; wraakzuchtig
irrité grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt aangebrand; bitter teleurgesteld; boos; chagrijnig; furieus; geagiteerd; gebelgd; gebeten; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; humeurig; knorrig; kortaf; korzelig; kwaad; levendig; misnoegd; nijdig; nors; nurks; ontevreden; ontstemd; pissig; prikkelbaar; razend; sikkeneurig; slecht gehumeurd; snauwend; spinnijdig; toornig; verbitterd; vergramd; verhit; vertoornd; woest; wrevelig; ziedend
irrité contre grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter teleurgesteld; gebeten; verbitterd
opprimé onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt
rancunier haatdragend; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt haatdragend; onverzoenlijk; rancuneus; wraakzuchtig
revêche grimmig; verbeten bokkig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
réprimé onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt
ulcéré grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter teleurgesteld; verbitterd
vindicatif haatdragend; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt haatdragend; onverzoenlijk; rancuneus; wraaklustig; wraakzuchtig
virulent grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter teleurgesteld; felle; verbitterd
âcre onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter teleurgesteld; heet; honend; pikant; schamper; scherp; scherp van smaak; smadelijk; smadend; smalend; spottend; verbitterd
âpre grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bar; bijtend; bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; bitterachtig; doordringend; fel; gemeen; grievend; heet; honend; krenkend; kwetsend; onbegroeid; pikant; schamper; scherp; scherp van smaak; smadelijk; smadend; smalend; spottend; verbitterd; wrangig
âprement grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bar; bitter teleurgesteld; honend; onbegroeid; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend; verbitterd

Verwante woorden van "verbeten":


Wiktionary: verbeten