Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verdriet hebben (Nederlands) in het Frans
verdriet hebben:
verdriet hebben werkwoord (heb verdriet, hebt verdriet, had verdriet, hadden verdriet, verdriet gehad)
-
verdriet hebben (treuren; bedroefd zijn)
être affligé; être triste; pleurer-
être affligé werkwoord
-
être triste werkwoord
-
pleurer werkwoord (pleure, pleures, pleurons, pleurez, pleurent, pleurais, pleurait, pleurions, pleuriez, pleuraient, pleurai, pleuras, pleura, pleurâmes, pleurâtes, pleurèrent, pleurerai, pleureras, pleurera, pleurerons, pleurerez, pleureront)
-
Conjugations for verdriet hebben:
o.t.t.
- heb verdriet
- hebt verdriet
- hebt verdriet
- hebben verdriet
- hebben verdriet
- hebben verdriet
o.v.t.
- had verdriet
- had verdriet
- had verdriet
- hadden verdriet
- hadden verdriet
- hadden verdriet
v.t.t.
- heb verdriet gehad
- hebt verdriet gehad
- heeft verdriet gehad
- hebben verdriet gehad
- hebben verdriet gehad
- hebben verdriet gehad
v.v.t.
- had verdriet gehad
- had verdriet gehad
- had verdriet gehad
- hadden verdriet gehad
- hadden verdriet gehad
- hadden verdriet gehad
o.t.t.t.
- zal verdriet hebben
- zult verdriet hebben
- zal verdriet hebben
- zullen verdriet hebben
- zullen verdriet hebben
- zullen verdriet hebben
o.v.t.t.
- zou verdriet hebben
- zou verdriet hebben
- zou verdriet hebben
- zouden verdriet hebben
- zouden verdriet hebben
- zouden verdriet hebben
diversen
- heb verdriet!
- hebt verdriet!
- verdriet gehad
- verdriet hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verdriet hebben:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pleurer | bedroefd zijn; treuren; verdriet hebben | bewenen; brullen; huilen; janken; krijsen; schreien; snikken; tranen; tranen afscheiden; wenen |
être affligé | bedroefd zijn; treuren; verdriet hebben | |
être triste | bedroefd zijn; treuren; verdriet hebben |