Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vergelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vergelen (Nederlands) in het Frans

vergelen:

vergelen werkwoord (vergeel, vergeelt, vergeelde, vergeelden, vergeeld)

  1. vergelen
    jaunir
    • jaunir werkwoord (jaunis, jaunit, jaunissons, jaunissez, )

Conjugations for vergelen:

o.t.t.
  1. vergeel
  2. vergeelt
  3. vergeelt
  4. vergelen
  5. vergelen
  6. vergelen
o.v.t.
  1. vergeelde
  2. vergeelde
  3. vergeelde
  4. vergeelden
  5. vergeelden
  6. vergeelden
v.t.t.
  1. heb vergeeld
  2. hebt vergeeld
  3. heeft vergeeld
  4. hebben vergeeld
  5. hebben vergeeld
  6. hebben vergeeld
v.v.t.
  1. had vergeeld
  2. had vergeeld
  3. had vergeeld
  4. hadden vergeeld
  5. hadden vergeeld
  6. hadden vergeeld
o.t.t.t.
  1. zal vergelen
  2. zult vergelen
  3. zal vergelen
  4. zullen vergelen
  5. zullen vergelen
  6. zullen vergelen
o.v.t.t.
  1. zou vergelen
  2. zou vergelen
  3. zou vergelen
  4. zouden vergelen
  5. zouden vergelen
  6. zouden vergelen
diversen
  1. vergeel!
  2. vergeelt!
  3. vergeeld
  4. vergelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vergelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jaunir vergelen

Wiktionary: vergelen

vergelen
verb
  1. geel worden door veroudering of invloed van de omgeving
vergelen
verb
  1. rendre jaune, peindre ou teindre en jaune.

Cross Translation:
FromToVia
vergelen jaunir yellow — to become yellow or more yellow
vergelen jaunir vergilbenintransitiv: im Laufe der Zeit seine Ursprungsfarbe verlieren und einen gelblichen Ton annehmen