Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verwaandheden:
  2. verwaandheid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verwaandheden (Nederlands) in het Frans

verwaandheden:

verwaandheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de verwaandheden (eigenwanen; inbeeldingen; ingenomendheden; ingebeeldheden)
    l'outrecuidances; l'illusions; la présomptions; la suffisances

Vertaal Matrix voor verwaandheden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
illusions eigenwanen; inbeeldingen; ingebeeldheden; ingenomendheden; verwaandheden hersenschimmen; inbeeldingen; schijnbeelden; verbeeldingen
outrecuidances eigenwanen; inbeeldingen; ingebeeldheden; ingenomendheden; verwaandheden
présomptions eigenwanen; inbeeldingen; ingebeeldheden; ingenomendheden; verwaandheden
suffisances eigenwanen; inbeeldingen; ingebeeldheden; ingenomendheden; verwaandheden laatdunkendheden

Verwante woorden van "verwaandheden":


verwaandheid:

verwaandheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verwaandheid (arrogantie; hooghartigheid)
    la prétention; l'orgueil; l'arrogance; la fatuité; la vanité; la présomption; l'insolence
  2. de verwaandheid (inbeelding; zelfverheffing; aanmatiging)
    l'orgueil; l'audace; la prétention; la présomption; l'insolence; l'impertinence; l'arrogance; l'impudence; l'effronterie
  3. de verwaandheid (onbeschaamdheid; onbeschoftheid; schaamteloosheid; )
    l'audace; l'insolence; l'impertinence; l'impudence; l'indiscrétion; l'effronterie

Vertaal Matrix voor verwaandheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrogance aanmatiging; arrogantie; hooghartigheid; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing arrogantie; egotisme; eigendunk; eigenwaan; hoogmoed; ijdelheid; indiscretie; loslippigheid; onbescheidenheid; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid
audace aanmatiging; inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing brutaliteit; driestheid; durf; durven; gewaagdheid; impertinentie; kloekheid; koenheid; lef; moed; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; onbesuisdheid; onverschrokkenheid; overmoed; roekeloosheid; stoutmoedigheid; vermetelheid; vrijpostigheid; waaghalzerij; wagen
effronterie aanmatiging; inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; vrijpostigheid
fatuité arrogantie; hooghartigheid; verwaandheid hovaardigheid; laatdunkendheid; pretentie
impertinence aanmatiging; inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing botheid; brutaliteit; grofheid; impertinentie; lompheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; onhoffelijkheid; schofterigheid; vrijpostigheid
impudence aanmatiging; inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing onbeschroomdheid
indiscrétion inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing indiscretie; loslippigheid; onbescheidenheid
insolence aanmatiging; arrogantie; hooghartigheid; inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing brutaliteit; hovaardigheid; impertinentie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; vrijpostigheid
orgueil aanmatiging; arrogantie; hooghartigheid; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing eer; eergevoel; fierheid; hoogmoedigheid; hovaardigheid; hovaardij; ijdelheid; ijdeltuiterij; trots; wuftheid
présomption aanmatiging; arrogantie; hooghartigheid; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing bombast; eigendunk; eigengereidheid; eigenwaan; eigenwijsheid; eigenzinnigheid; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; gissing; hoogdravendheid; hovaardij; pompeusheid; uit de hoogte doen; verhevenheid; vermoeden; veronderstelling; zelfoverschatting
prétention aanmatiging; arrogantie; hooghartigheid; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing bombast; eigendunk; eigenwaan; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; hovaardigheid; laatdunkendheid; pompeusheid; pretentie; uit de hoogte doen; verhevenheid
vanité arrogantie; hooghartigheid; verwaandheid hoogmoedigheid; hovaardigheid; ijdelheid; ijdeltuiterij; laatdunkendheid; onvruchtbaarheid; onzinnigheid; pretentie; trots; vruchteloos; wuftheid

Verwante woorden van "verwaandheid":


Wiktionary: verwaandheid

verwaandheid
Cross Translation:
FromToVia
verwaandheid orgueil; vanité conceit — overly high self-esteem