Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voornaamst (Nederlands) in het Frans

voornaamst:

voornaamst bijvoeglijk naamwoord

  1. voornaamst (kardinaal; cruciaal)
    cardinal; essentiel; critique; central; fondamental; décisif; vital; crucial
  2. voornaamst (hoogste; opperste)
    la plus haute; principal; le plus haut; au plus haut point; au plus haut degré; ultra; extrême

Vertaal Matrix voor voornaamst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cardinal hoofdtelwoord; kardinaal; kardinaalvogel
central binnenste; centrale; hoofdbureau; middelste
critique aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
extrême buitenmaat; buitenspeler; grens; limiet; speler buitenshuis; uiterste
le plus haut hoogste
principal baas; belangrijkste; belangrijkste geldbedrag; beveiligingsprincipal; hoofdsom; hoofdzaak; meerdere; meester; patroon; principal; superieur; voornaamste
ultra ultra
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
au plus haut degré hoogste; opperste; voornaamst bijzonder; bovenste; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
au plus haut point hoogste; opperste; voornaamst bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
cardinal cruciaal; kardinaal; voornaamst
central cruciaal; kardinaal; voornaamst centraal; in het centrum
critique cruciaal; kardinaal; voornaamst bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; delicaat; dubieus; ernstig; essentieel; hachelijk; kritiek; kritisch; kwestieus; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; noodzakelijk; omstreden; ongemakkelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; onrustbarend; penibel; precair; problematisch; twijfelachtig; van levensbelang; verdacht; verontrustend; vitaal; wezenlijk; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
crucial cruciaal; kardinaal; voornaamst cruciaal; elementair; essentieel; fundamenteel; heel belangrijk; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; van levensbelang; vereist; vitaal; wezenlijk
décisif cruciaal; kardinaal; voornaamst aanvoerend; afdoend; beslissend; cruciaal; definitieve; dominant; doorslaggevend; eerste; elementair; essentieel; gezaghebbend; leidend; maatgevend; meestens; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; overtuigend; overwegend; toonaangevend; van levensbelang; vereist; vitaal; vooraanstaande; wezenlijk
essentiel cruciaal; kardinaal; voornaamst belangrijk; benodigd; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; fundamenteel; grondig; nodig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; van belang; vereist; wezenlijk; zorgvuldig
extrême hoogste; opperste; voornaamst alleruiterst; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; ergst; excessief; extreem; geweldig; grootst; heel erg; hogelijk; hoogst; maximaal; meest; ten zeerste; uitermate; uiterst; ultra; verregaand; zeer; zeerste
fondamental cruciaal; kardinaal; voornaamst belangrijk; cruciaal; elementair; essentieel; fundamenteel; grondig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; principieel; tot grondslag dienend; van belang; vereist; wezenlijk; zorgvuldig
la plus haute hoogste; opperste; voornaamst bovenste
le plus haut hoogste; opperste; voornaamst allerhoogst; bovenst; bovenste; hoogst; opperst; opperste
principal hoogste; opperste; voornaamst hoofd; voornaamste
ultra hoogste; opperste; voornaamst bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; ultra; zeer; zeerste
vital cruciaal; kardinaal; voornaamst essentieel; levenskrachtig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; van levensbelang; vitaal; wezenlijk

Verwante woorden van "voornaamst":


voornaamst vorm van voornaam:

voornaam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de voornaam (doopnaam)
    le prénom; le nom de baptême
  2. de voornaam
    le prénom
    • prénom [le ~] zelfstandig naamwoord

voornaam bijvoeglijk naamwoord

  1. voornaam (gedistingeerd; beroemd; illuster; )
    distingué; vénérable; solennel; solennellement; noble; respecté; illustre; dignement; d'importance; d'un rang élevé
  2. voornaam (gedistingeerd; vooraanstaand; deftig)
    distingué; éminent; dignement; avec distinction
  3. voornaam (prominent; vooraanstaand; hooggeplaatst; )
    important; éminent; marquant; vénérable; haut placé; supérieur; de marque; de grande valeur; de haute qualité; d'importance; d'un rang élevé

Vertaal Matrix voor voornaam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nom de baptême doopnaam; voornaam
prénom doopnaam; voornaam
supérieur baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- belangrijk; relevant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec distinction deftig; gedistingeerd; vooraanstaand; voornaam aanzienlijk; deftig; elegant; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; sierlijk; statig; trots; vorstelijk
d'importance aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; doorluchtig; geacht; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; illuster; prominent; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam befaamd; behoorlijk; belangrijk; danig; duchtig; flink; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; stoer; van belang; vooraanstaand; vooraanstaande
d'un rang élevé aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; doorluchtig; geacht; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; illuster; prominent; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
de grande valeur befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam kostbaar; waardevol
de haute qualité befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit
de marque befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
dignement aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; vooraanstaand; voornaam aanzienlijk; deftig; eerbiedwaardig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk; waardig; zeer plechtig
distingué aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; vooraanstaand; voornaam aanzienlijk; chic; deftig; eerbiedwaardig; elegant; erkend; esthetisch; fier; gerenommeerd; indrukwekkend; majestueus; modieuze verfijning; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; trots; verfijnd; vorstelijk; waardig; zeer plechtig
haut placé befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam befaamd; geacht; hoog geplaatst; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
illustre aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam aanzienlijk; befaamd; beroemd; deftig; doorluchtige; erkend; fier; geacht; gerenommeerd; gerespecteerd; gevierd; gewaardeerd; geëerd; geëerde; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; populair; roemrucht; statig; trots; vorstelijk
important befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; belangrijk; belangrijke; enorm; flink; fors; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; important; invloedrijk; noemenswaardige; prominent; substantieel; van belang; vooraanstaand; vooraanstaande; waard
marquant befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam frappant; gezichtsbepalend; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; toonaangevend; treffend
noble aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam adellijk; deftig; edel; edelmoedig; eerbiedwaardig; genereus; goedgeefs; grootmoedig; groots; gul; hartverheffend; hoogstaand; mild; nobel; royaal; ruimhartig; scheutig; statig; van adel; verheven; vrijgevig; waardig
respecté aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam geacht; gerespecteerd; gewaardeerd; geëerd; geëerde
solennel aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam ceremonieel; deftig; eerbiedwaardig; plechtig; plechtstatig; protocollair; statig; waardig; zeer plechtig
solennellement aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam aanzienlijk; deftig; eerbiedwaardig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk; waardig; zeer plechtig
supérieur befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam aanmatigend; arrogant; befaamd; bovenst; bovenste; eersteklas; eersterangs; geacht; geringschattend; hautain; honend; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogmoedig; hoogwaardig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; perfect; prima; prominent; smalend; spottend; superieur; top; tot de beste klasse behorend; trots; uit de hoogte; uitstekend; van goede kwaliteit; verwaand; vooraanstaand; vooraanstaande; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
vénérable aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; doorluchtig; geacht; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; illuster; prominent; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam achtbaar; achtenswaardig; befaamd; eerbiedwaardig; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; plechtig; plechtstatig; prominent; statig; vooraanstaand; vooraanstaande; zeer plechtig
éminent befaamd; deftig; geacht; gedistingeerd; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; deftig; dominant; enorm; fier; flink; fors; geacht; gezaghebbend; gezichtsbepalend; hooggeplaatst; hooggezeten; indrukwekkend; maatgevend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; prominent; statig; toonaangevend; trots; vooraanstaand; vooraanstaande; vorstelijk

Verwante woorden van "voornaam":


Synoniemen voor "voornaam":


Verwante definities voor "voornaam":

  1. van grote betekenis1
    • de voornaamste reden om niet mee te doen is mijn ziekte1
  2. deftig1
    • wij wonen in een voorname buurt1
  3. naam die vóór je familienaam staat1
    • zijn voornaam is Jan1

Wiktionary: voornaam

voornaam
noun
  1. naam die bij de geboorte aan een persoon wordt gegeven, en die aan de familienaam voorafgaat.
voornaam
Cross Translation:
FromToVia
voornaam petit nom; prénom first name — name chosen by parents
voornaam prénom forename — a name that precedes surname
voornaam prénom given name — name chosen for a child by its parents
voornaam prénom; petit nom; nom; nom de baptême Vorname — ein von den Eltern individuell ausgesuchter Name