Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. voortleven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortleven (Nederlands) in het Frans

voortleven:

voortleven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. voortleven (voortbestaan; overleven)
    la survie
    • survie [la ~] zelfstandig naamwoord

voortleven werkwoord (leef voort, leeft voort, leefde voort, leefden voort, voortgeleefd)

  1. voortleven

Conjugations for voortleven:

o.t.t.
  1. leef voort
  2. leeft voort
  3. leeft voort
  4. leven voort
  5. leven voort
  6. leven voort
o.v.t.
  1. leefde voort
  2. leefde voort
  3. leefde voort
  4. leefden voort
  5. leefden voort
  6. leefden voort
v.t.t.
  1. ben voortgeleefd
  2. bent voortgeleefd
  3. is voortgeleefd
  4. zijn voortgeleefd
  5. zijn voortgeleefd
  6. zijn voortgeleefd
v.v.t.
  1. was voortgeleefd
  2. was voortgeleefd
  3. was voortgeleefd
  4. waren voortgeleefd
  5. waren voortgeleefd
  6. waren voortgeleefd
o.t.t.t.
  1. zal voortleven
  2. zult voortleven
  3. zal voortleven
  4. zullen voortleven
  5. zullen voortleven
  6. zullen voortleven
o.v.t.t.
  1. zou voortleven
  2. zou voortleven
  3. zou voortleven
  4. zouden voortleven
  5. zouden voortleven
  6. zouden voortleven
diversen
  1. leef voort!
  2. leeft voort!
  3. voortgeleefd
  4. voortlevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor voortleven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
survie overleven; voortbestaan; voortleven levensbehoud
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
continuer à vivre voortleven