Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wrokken (Nederlands) in het Frans

wrokken:

Conjugations for wrokken:

o.t.t.
  1. wrok
  2. wrokt
  3. wrokt
  4. wrokken
  5. wrokken
  6. wrokken
o.v.t.
  1. wrokte
  2. wrokte
  3. wrokte
  4. wrokten
  5. wrokten
  6. wrokten
v.t.t.
  1. heb gewrokt
  2. hebt gewrokt
  3. heeft gewrokt
  4. hebben gewrokt
  5. hebben gewrokt
  6. hebben gewrokt
v.v.t.
  1. had gewrokt
  2. had gewrokt
  3. had gewrokt
  4. hadden gewrokt
  5. hadden gewrokt
  6. hadden gewrokt
o.t.t.t.
  1. zal wrokken
  2. zult wrokken
  3. zal wrokken
  4. zullen wrokken
  5. zullen wrokken
  6. zullen wrokken
o.v.t.t.
  1. zou wrokken
  2. zou wrokken
  3. zou wrokken
  4. zouden wrokken
  5. zouden wrokken
  6. zouden wrokken
diversen
  1. wrok!
  2. wrokt!
  3. gewrokt
  4. wrokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wrokken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir de la rancoeur wrok koesteren; wrokken aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
avoir de la rancune wrok koesteren; wrokken aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; wrok voelen; wrok voelen tegen
en vouloir à quelqu'un wrok koesteren; wrokken aanrekenen; aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien
garder rancune wrok koesteren; wrokken aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien
éprouver du ressentiment wrok koesteren; wrokken aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien

Verwante woorden van "wrokken":


wrok:

wrok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de wrok (verbittering)
    la rancoeur; l'amertume; la rancune; l'aigreur
    • rancoeur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • amertume [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rancune [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aigreur [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wrok:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aigreur verbittering; wrok bitsheid; bitsigheid; bitterheid; guurheid; haatdragendheid; kattigheid; rancune; snibbigheid; vete; vijandschap; vinnigheid; wrangheid; zurigheid; zuurte
amertume verbittering; wrok gegriefdheid; haatdragendheid; rancune; verstoordheid; wrevel
rancoeur verbittering; wrok ergernis; gegriefdheid; irritatie; verstoordheid; wraakgevoel; wraaklust; wraakzucht; wrevel
rancune verbittering; wrok animositeit; haatdragendheid; rancune; vete; vijandschap; wraakgevoel; wraaklust; wraakzucht

Verwante woorden van "wrok":


Wiktionary: wrok

wrok
noun
  1. blijvend gevoel van onvrede over geleden of vermeend onrecht
wrok
noun
  1. Ressentiment tenace, sentiment profond de mal-être, ...

Cross Translation:
FromToVia
wrok rancune grudge — deep seated animosity
wrok rancune rancor — the deepest malignity or spite
wrok dépit; rancune spite — ill-will or hatred toward another; a desire to vex or injure