Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- zinspelen:
-
Wiktionary:
- zinspelen → faire allusion à, insinuer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zinspelen (Nederlands) in het Frans
zinspelen:
-
zinspelen (toespelen)
insinuer; faire allusion-
insinuer werkwoord (insinue, insinues, insinuons, insinuez, insinuent, insinuais, insinuait, insinuions, insinuiez, insinuaient, insinuai, insinuas, insinua, insinuâmes, insinuâtes, insinuèrent, insinuerai, insinueras, insinuera, insinuerons, insinuerez, insinueront)
-
faire allusion werkwoord
-
Conjugations for zinspelen:
o.t.t.
- zinspeel
- zinspeelt
- zinspeelt
- zinspelen
- zinspelen
- zinspelen
o.v.t.
- zinspeelde
- zinspeelde
- zinspeelde
- zinspeelden
- zinspeelden
- zinspeelden
v.t.t.
- heb gezinspeeld
- hebt gezinspeeld
- heeft gezinspeeld
- hebben gezinspeeld
- hebben gezinspeeld
- hebben gezinspeeld
v.v.t.
- had gezinspeeld
- had gezinspeeld
- had gezinspeeld
- hadden gezinspeeld
- hadden gezinspeeld
- hadden gezinspeeld
o.t.t.t.
- zal zinspelen
- zult zinspelen
- zal zinspelen
- zullen zinspelen
- zullen zinspelen
- zullen zinspelen
o.v.t.t.
- zou zinspelen
- zou zinspelen
- zou zinspelen
- zouden zinspelen
- zouden zinspelen
- zouden zinspelen
diversen
- zinspeel!
- zinspeelt!
- gezinspeeld
- zinspelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zinspelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
faire allusion | toespelen; zinspelen | duiden |
insinuer | toespelen; zinspelen | aantijgen; adviseren; iets aanraden; ingeven; insinueren; raden; suggereren |
Wiktionary: zinspelen
zinspelen
verb
zinspelen
-
op minder duidelijke wijze naar iets refereren
- zinspelen → faire allusion à