Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal zuigelingen

Vertaal zuigelingen van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

zuigelingen:
- bébés; nourrissons
zuigeling:
- bambin; bébé; nouveau-né; nourrisson; petit
Wiktionary:
- zuigeling → bébé
- zuigeling → bébé, nourrisson

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zuigelingen (Nederlands) in het Frans

zuigelingen:

zuigelingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de zuigelingen (babies)
le bébés; le nourrissons
- bébés [le ~] zelfstandig naamwoord
- nourrissons [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zuigelingen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bébés	babies; zuigelingen
nourrissons	babies; zuigelingen

Verwante woorden van "zuigelingen":

zuigeling

zuigeling:

zuigeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de zuigeling (baby; kind dat aan de borst is; kind)
le bambin; le bébé; le nouveau-né; le nourrisson; le petit
- bambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- bébé [le ~] zelfstandig naamwoord
- nouveau-né [le ~] zelfstandig naamwoord
- nourrisson [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zuigeling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bambin	baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling	dreumes; hummel; jochie; kind; klein jongetje; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; peuter; uk; wichtje; worm; wurm
bébé	baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling	baby; dreumes; hummel; kindje; klein kind; kleintje; peuter; uk; wichtje; worm; wurm
nourrisson	baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling
nouveau-né	baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling	jonggeborene; kraamkind
petit	baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling	dreumes; hondje; hummel; jong; jonge kat; katje; kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; peuter; poesje; uk; welp; wichtje; worm; wurm
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nouveau-né		pasgeboren
petit		bekrompen; benepen; eng; klein; kleingeestig; kleinzielig; nauw; ondermaats; petieterig; smal; smalletjes; van geringe afmeting; van geringe breedte

Verwante woorden van "zuigeling":

zuigelingen

Wiktionary: zuigeling

zuigeling

noun

Très jeune enfant, nourrisson, qui n’a pas atteindre l’âge du sevrage.
- bébé → baby; zuigeling

Cross Translation:

From	To	Via
• zuigeling	→ bébé	↔ baby — very young human being
• zuigeling	→ nourrisson	↔ infant — very young human being
• zuigeling	→ nourrisson	↔ suckling — infant that is still breastfeeding