Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor bouwman in het Nederlands
bouwman: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- bouw: bouw; bouwsector; samenstelling; opbouw; opbouwen; structuur; constructie; samengesteld geheel
- man: gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; manspersoon; man; echtgenoot; eega; gade; partner; levenspartner; levensgezel; meneer; heer; mijnheer
- bouwen: bouwen; construeren; opbouwen