Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor de vrije hand geven in het Nederlands
de vrije hand geven: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- de: de
- vrij: vrij; loos; zonder taak; losbandig; ongebonden; ongebreideld; bandeloos; in vrijheid; open; oprecht; openhartig; ronduit; vrijuit; onomwonden; vrijelijk; onverholen; onbewimpeld
- vrije: vrije
- hand: hand; poot; klauw; jat; knuist
- geven: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; schenken; doneren; binnen gieten; iemand iets toedienen; verlenen; reiken; aanbieden; verstrekken; ingeven; toedienen; geneesmiddel toedienen; weggeven