Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor open sluiten in het Nederlands
open sluiten: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- open: open; vrij; oprecht; openhartig; ronduit; vrijuit; onomwonden; vrijelijk; onverholen; onbewimpeld; niet dicht; toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; eerlijk; rechtschapen; frank; rechttoe; leeg
- openen: inleiden; openmaken; opendoen; ontsluiten; opendraaien; uitbreiden; openen; uitbouwen; vermeerderen; verruimen; verwijden; verbreiden; uitdijen; expanderen; starten; aankaarten; opwerpen; aansnijden; aanknopen; ter sprake brengen; entameren; te berde brengen; gesprek aanknopen; vrijgeven; openstellen; toegankelijk maken
- Sluiten: Sluiten
- sluiten: afsluiten; sluiten; toedoen; dichtdoen; toemaken; dichtmaken; toetrekken; borgen; vergrendelen; op slot doen; locken; afgrendelen; grendelen; op slot zetten