Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vlotheid in het Nederlands

vlotheid:

vlotheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de vlotheid
    de snelheid; de vlotheid; de vaart; rapiditeit; de gezwindheid; de schielijkheid; het tempo; rapheid; de vlugheid

Verwante woorden van "vlotheid":


vlotheid vorm van vlot:

vlot bijvoeglijk naamwoord

  1. vlot
    snel; vlot; vlug; rap
    • snel bijvoeglijk naamwoord
    • vlot bijvoeglijk naamwoord
    • vlug bijvoeglijk naamwoord
    • rap bijvoeglijk naamwoord
  2. vlot
    vloeiend; vlot; vliedend; stromend
  3. vlot
    met gemak; vlot; grif; grifweg
  4. vlot
    flitsend; vlot
  5. vlot
    trendy; modieus; hip; flitsend; snel; vlot
    • trendy bijvoeglijk naamwoord
    • modieus bijvoeglijk naamwoord
    • hip bijvoeglijk naamwoord
    • flitsend bijvoeglijk naamwoord
    • snel bijvoeglijk naamwoord
    • vlot bijvoeglijk naamwoord
  6. vlot
    trendy; snel; hip; flitsend; vlot
    • trendy bijvoeglijk naamwoord
    • snel bijvoeglijk naamwoord
    • hip bijvoeglijk naamwoord
    • flitsend bijvoeglijk naamwoord
    • vlot bijvoeglijk naamwoord

vlot [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vlot
    het vlot; het houtvlot
    • vlot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • houtvlot [het ~] zelfstandig naamwoord

vlot [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vlot
    – geheel van aan elkaar gebonden planken of stammen 1
    het vlot
    – geheel van aan elkaar gebonden planken of stammen 1
    • vlot [het ~] zelfstandig naamwoord
      • met een vlot ging hij de rivier af1
  2. het vlot
    – gemakkelijk in de omgang 1
    het vlot
    – gemakkelijk in de omgang 1
    • vlot [het ~] zelfstandig naamwoord
      • mijn nicht is een vlotte meid1
  3. het vlot
    – leuk en modern 1
    het vlot
    – leuk en modern 1
    • vlot [het ~] zelfstandig naamwoord
      • wat een vlot jasje draag je!1
  4. het vlot
    – wat snel of gemakkelijk verloopt 1
    het vlot
    – wat snel of gemakkelijk verloopt 1
    • vlot [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ik werd vlot geholpen in die winkel1

Verwante woorden van "vlot":


Antoniemen van "vlot":


Verwante definities voor "vlot":

  1. geheel van aan elkaar gebonden planken of stammen1
    • met een vlot ging hij de rivier af1
  2. gemakkelijk in de omgang1
    • mijn nicht is een vlotte meid1
  3. leuk en modern1
    • wat een vlot jasje draag je!1
  4. wat snel of gemakkelijk verloopt1
    • ik werd vlot geholpen in die winkel1