Home
Woordenboeken
Word Fun
Over
Feedback
In English
Home
->
Woordenboeken
->
Nederlands/Nederlands
->Vertaal één
Synoniemen voor "
één
" in het Nederlands
Zoek
Remove Ads
Overzicht
Nederlands Synoniemen:
Meer gegevens...
één:
een
;
één
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor
één
in het Nederlands
één:
één
bijvoeglijk naamwoord
één
een
;
één
een
bijvoeglijk naamwoord
één
bijvoeglijk naamwoord
Verwante synoniemen voor
één
binnen een tijdsspanne
in een gesticht opgenomen
klaar als een klontje
met een opdruk
op een bot lijkend
van een doorngewas
wat voor een
zo een
in een opwelling
met een scherp oog
op een kat gelijkend
op één na de beste
van een geestelijk herder
zo klaar als een klontje
op een been lijkend
een eenheid vormend
in een tel
in een wip
met een smalle borstkas
in een handomdraai
op een keer
een keer
op één punt gericht
van een kant
van één kleur
als een kind
een groep toebehorend
een jaar oud
langs een zijde
aan een kant
met een wazige blik
op een na laatst
opladen van een geweer
een heleboel
op een of andere plaats
een voor een
een hoop
uit een vreemd land
een kam hebbend
voor een deel
in de vorm van een hart
met een gladde tong
met een fluwelen tong
een paar
aan een kant beschrijfbaar
een rok dragend
met een groot gewicht
blind als een mol
gevormd als een ster
aan een ziekte lijdend
een zekere
aan één kant
met een krachtige uitwerking
voor een schijntje
met een obscene bijbetekenis
op de een of andere manier
op een aardige manier
aan een ander overlaten
aan een touw vastleggen
aanmanen tot een verplichting
een borrel drinken
een combinatie maken
een gevolgtrekking maken
een conferentie houden
de letters van een woord opnoemen
een stokje steken voor
een advertentie plaatsen
een andere vorm geven
een avontuurtje hebben
een baby zogen
een bad nemen
een barrage rijden
een bedevaart doen
een beetje knippen
een begin nemen
een bezwaar ondervangen
een blik werpen
een boodschap uitdragen
een brief dicteren
een briefwisseling hebben
een briefwisseling voeren
een cirkel tekenen om
een compromis sluiten
een akkoord sluiten
een vergelijk treffen
een conversatie hebben
een dutje doen
een dwaling begaan
een eed afleggen
een eed doen
een einde maken aan
een ereteken geven
een geschil bijleggen
een geur verspreiden
een gewoonte worden
een gok wagen
een halt toeroepen
een inbraak doen
een interview houden
een jubileum meemaken
Remove Ads