Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. afromen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor afromen in het Nederlands

afromen:

afromen werkwoord (room af, roomt af, roomde af, roomden af, afgeroomd)

  1. afromen
    afromen; afschuimen; afspanen
    • afromen werkwoord (room af, roomt af, roomde af, roomden af, afgeroomd)
    • afschuimen werkwoord (schuim af, schuimt af, schuimde af, schuimden af, afgeschuimd)
    • afspanen werkwoord (span af, spant af, spande af, spanden af, afgespannen)

Conjugations for afromen:

o.t.t.
  1. room af
  2. roomt af
  3. roomt af
  4. romen af
  5. romen af
  6. romen af
o.v.t.
  1. roomde af
  2. roomde af
  3. roomde af
  4. roomden af
  5. roomden af
  6. roomden af
v.t.t.
  1. heb afgeroomd
  2. hebt afgeroomd
  3. heeft afgeroomd
  4. hebben afgeroomd
  5. hebben afgeroomd
  6. hebben afgeroomd
v.v.t.
  1. had afgeroomd
  2. had afgeroomd
  3. had afgeroomd
  4. hadden afgeroomd
  5. hadden afgeroomd
  6. hadden afgeroomd
o.t.t.t.
  1. zal afromen
  2. zult afromen
  3. zal afromen
  4. zullen afromen
  5. zullen afromen
  6. zullen afromen
o.v.t.t.
  1. zou afromen
  2. zou afromen
  3. zou afromen
  4. zouden afromen
  5. zouden afromen
  6. zouden afromen
diversen
  1. room af!
  2. roomt af!
  3. afgeroomd
  4. afromende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze