Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. auditor:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor auditor in het Nederlands

auditor:

auditor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de auditor
    de auditor
    • auditor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "auditor":

  • auditoren, auditors