Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor barricaderen in het Nederlands
barricaderen:
-
barricaderen
Conjugations for barricaderen:
o.t.t.
- barricadeer
- barricadeert
- barricadeert
- barricaderen
- barricaderen
- barricaderen
o.v.t.
- barricadeerde
- barricadeerde
- barricadeerde
- barricadeerden
- barricadeerden
- barricadeerden
v.t.t.
- heb gebarricadeerd
- hebt gebarricadeerd
- heeft gebarricadeerd
- hebben gebarricadeerd
- hebben gebarricadeerd
- hebben gebarricadeerd
v.v.t.
- had gebarricadeerd
- had gebarricadeerd
- had gebarricadeerd
- hadden gebarricadeerd
- hadden gebarricadeerd
- hadden gebarricadeerd
o.t.t.t.
- zal barricaderen
- zult barricaderen
- zal barricaderen
- zullen barricaderen
- zullen barricaderen
- zullen barricaderen
o.v.t.t.
- zou barricaderen
- zou barricaderen
- zou barricaderen
- zouden barricaderen
- zouden barricaderen
- zouden barricaderen
diversen
- barricadeer!
- barricadeert!
- gebarricadeerd
- barricaderende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze