Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. beller:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor beller in het Nederlands

beller:

beller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de beller
    de beller; luider
    • beller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • luider [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. de beller
    de beller
    • beller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "beller":

  • bellers