Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. benodigen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor benodigen in het Nederlands

benodigen:

benodigen werkwoord (benodig, benodigt, benodigde, benodigden, benodigd)

  1. benodigen
    nodig hebben; behoeven; benodigen
    • nodig hebben werkwoord (heb nodig, hebt nodig, heeft nodig, had nodig, hadden nodig, nodig gehad)
    • behoeven werkwoord (behoef, behoeft, behoefde, behoefden, behoefd)
    • benodigen werkwoord (benodig, benodigt, benodigde, benodigden, benodigd)

Conjugations for benodigen:

o.t.t.
  1. benodig
  2. benodigt
  3. benodigt
  4. benodigen
  5. benodigen
  6. benodigen
o.v.t.
  1. benodigde
  2. benodigde
  3. benodigde
  4. benodigden
  5. benodigden
  6. benodigden
v.t.t.
  1. heb benodigd
  2. hebt benodigd
  3. heeft benodigd
  4. hebben benodigd
  5. hebben benodigd
  6. hebben benodigd
v.v.t.
  1. had benodigd
  2. had benodigd
  3. had benodigd
  4. hadden benodigd
  5. hadden benodigd
  6. hadden benodigd
o.t.t.t.
  1. zal benodigen
  2. zult benodigen
  3. zal benodigen
  4. zullen benodigen
  5. zullen benodigen
  6. zullen benodigen
o.v.t.t.
  1. zou benodigen
  2. zou benodigen
  3. zou benodigen
  4. zouden benodigen
  5. zouden benodigen
  6. zouden benodigen
diversen
  1. benodig!
  2. benodigt!
  3. benodigd
  4. benodigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze