Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. betrekking:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor betrekking in het Nederlands

betrekking:

betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de betrekking
    de functie; de betrekking; het ambt
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ambt [het ~] zelfstandig naamwoord

betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de betrekking
    – werk waarvoor je betaald wordt 1
    de baan; de betrekking; de positie
    – werk waarvoor je betaald wordt 1
    • baan [de ~] zelfstandig naamwoord
      • zij heeft een baan als verpleegster1
    • betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • het leraarschap lijkt me een goede betrekking1
    • positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • zij heeft een goede positie bij een bank1
  2. de betrekking
    – het met elkaar omgaan 1
    de betrekking
    – het met elkaar omgaan 1
    • betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de betrekkingen in onze familie zijn uitstekend1
  3. de betrekking
    – waar het mee te maken heeft 1
    het verband; de betrekking; de relatie
    – waar het mee te maken heeft 1
    • verband [het ~] zelfstandig naamwoord
      • wat is het verband tussen huwelijk en geluk?1
    • betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • die brief heeft geen betrekking op jou1
    • relatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • bestaat er een relatie tussen deze twee dingen?1

Alternatieve synoniemen voor "betrekking":


Verwante definities voor "betrekking":

  1. werk waarvoor je betaald wordt1
    • het leraarschap lijkt me een goede betrekking1
  2. het met elkaar omgaan1
    • de betrekkingen in onze familie zijn uitstekend1
  3. waar het mee te maken heeft1
    • die brief heeft geen betrekking op jou1

Verwante synoniemen voor betrekking