Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor betwist in het Nederlands
betwist:
-
betwist
omstreden; twijfelachtig; betwist; bedenkelijk; dubieus; verdacht; kwestieus-
omstreden bijvoeglijk naamwoord
-
twijfelachtig bijvoeglijk naamwoord
-
betwist bijvoeglijk naamwoord
-
bedenkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
dubieus bijvoeglijk naamwoord
-
verdacht bijvoeglijk naamwoord
-
kwestieus bijvoeglijk naamwoord
-
Verwante woorden van "betwist":
betwist vorm van betwisten:
-
betwisten
Conjugations for betwisten:
o.t.t.
- betwist
- betwist
- betwist
- betwisten
- betwisten
- betwisten
o.v.t.
- betwistte
- betwistte
- betwistte
- betwistten
- betwistten
- betwistten
v.t.t.
- heb betwist
- hebt betwist
- heeft betwist
- hebben betwist
- hebben betwist
- hebben betwist
v.v.t.
- had betwist
- had betwist
- had betwist
- hadden betwist
- hadden betwist
- hadden betwist
o.t.t.t.
- zal betwisten
- zult betwisten
- zal betwisten
- zullen betwisten
- zullen betwisten
- zullen betwisten
o.v.t.t.
- zou betwisten
- zou betwisten
- zou betwisten
- zouden betwisten
- zouden betwisten
- zouden betwisten
diversen
- betwist!
- betwist!
- betwist
- betwistend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze