Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor bevreemden in het Nederlands
bevreemden:
-
bevreemden
Conjugations for bevreemden:
o.t.t.
- bevreemd
- bevreemdt
- bevreemdt
- bevreemden
- bevreemden
- bevreemden
o.v.t.
- bevreemdde
- bevreemdde
- bevreemdde
- bevreemdden
- bevreemdden
- bevreemdden
v.t.t.
- heb bevreemd
- hebt bevreemd
- heeft bevreemd
- hebben bevreemd
- hebben bevreemd
- hebben bevreemd
v.v.t.
- had bevreemd
- had bevreemd
- had bevreemd
- hadden bevreemd
- hadden bevreemd
- hadden bevreemd
o.t.t.t.
- zal bevreemden
- zult bevreemden
- zal bevreemden
- zullen bevreemden
- zullen bevreemden
- zullen bevreemden
o.v.t.t.
- zou bevreemden
- zou bevreemden
- zou bevreemden
- zouden bevreemden
- zouden bevreemden
- zouden bevreemden
diversen
- bevreemd!
- bevreemdt!
- bevreemd
- bevreemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze