Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bonbon:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bonbon in het Nederlands

bonbon:

bonbon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bonbon
    het chocolaatje; de bonbon
  2. de bonbon
    – chocolade omhulsel met zoete vulling 1
    de bonbon
    – chocolade omhulsel met zoete vulling 1
    • bonbon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • in België moet je bonbons kopen1

Verwante woorden van "bonbon":


Verwante definities voor "bonbon":

  1. chocolade omhulsel met zoete vulling1
    • in België moet je bonbons kopen1

Verwante synoniemen voor bonbon