Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor borstvoeding geven in het Nederlands
borstvoeding geven:
borstvoeding geven werkwoord (geef borstvoeding, geeft borstvoeding, gaf borstvoeding, gaven borstvoeding, borstvoeding gegeven)
-
borstvoeding geven
borstvoeding geven; zogen; de borst geven-
borstvoeding geven werkwoord (geef borstvoeding, geeft borstvoeding, gaf borstvoeding, gaven borstvoeding, borstvoeding gegeven)
-
de borst geven werkwoord (geef de borst, geeft de borst, gaf de borst, gaven de borst, de borst gegeven)
-
Conjugations for borstvoeding geven:
o.t.t.
- geef borstvoeding
- geeft borstvoeding
- geeft borstvoeding
- geven borstvoeding
- geven borstvoeding
- geven borstvoeding
o.v.t.
- gaf borstvoeding
- gaf borstvoeding
- gaf borstvoeding
- gaven borstvoeding
- gaven borstvoeding
- gaven borstvoeding
v.t.t.
- heb borstvoeding gegeven
- hebt borstvoeding gegeven
- heeft borstvoeding gegeven
- hebben borstvoeding gegeven
- hebben borstvoeding gegeven
- hebben borstvoeding gegeven
v.v.t.
- had borstvoeding gegeven
- had borstvoeding gegeven
- had borstvoeding gegeven
- hadden borstvoeding gegeven
- hadden borstvoeding gegeven
- hadden borstvoeding gegeven
o.t.t.t.
- zal borstvoeding geven
- zult borstvoeding geven
- zal borstvoeding geven
- zullen borstvoeding geven
- zullen borstvoeding geven
- zullen borstvoeding geven
o.v.t.t.
- zou borstvoeding geven
- zou borstvoeding geven
- zou borstvoeding geven
- zouden borstvoeding geven
- zouden borstvoeding geven
- zouden borstvoeding geven
diversen
- geef borstvoeding!
- geeft borstvoeding!
- borstvoeding gegeven
- borstvoeding gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze