Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. de overwinning behalen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor de overwinning behalen in het Nederlands

de overwinning behalen:

de overwinning behalen werkwoord (behaal de overwinning, behaalt de overwinning, behaalde de overwinning, behaalden de overwinning, de overwinning behaald)

  1. de overwinning behalen
    winnen; de overwinning behalen; zegevieren
    • winnen werkwoord (win, wint, won, wonnen, gewonnen)
    • de overwinning behalen werkwoord (behaal de overwinning, behaalt de overwinning, behaalde de overwinning, behaalden de overwinning, de overwinning behaald)
    • zegevieren werkwoord (zegevier, zegeviert, zegevierde, zegevierden, gezegevierd)

Conjugations for de overwinning behalen:

o.t.t.
  1. behaal de overwinning
  2. behaalt de overwinning
  3. behaalt de overwinning
  4. behalen de overwinning
  5. behalen de overwinning
  6. behalen de overwinning
o.v.t.
  1. behaalde de overwinning
  2. behaalde de overwinning
  3. behaalde de overwinning
  4. behaalden de overwinning
  5. behaalden de overwinning
  6. behaalden de overwinning
v.t.t.
  1. heb de overwinning behaald
  2. hebt de overwinning behaald
  3. heeft de overwinning behaald
  4. hebben de overwinning behaald
  5. hebben de overwinning behaald
  6. hebben de overwinning behaald
v.v.t.
  1. had de overwinning behaald
  2. had de overwinning behaald
  3. had de overwinning behaald
  4. hadden de overwinning behaald
  5. hadden de overwinning behaald
  6. hadden de overwinning behaald
o.t.t.t.
  1. zal de overwinning behalen
  2. zult de overwinning behalen
  3. zal de overwinning behalen
  4. zullen de overwinning behalen
  5. zullen de overwinning behalen
  6. zullen de overwinning behalen
o.v.t.t.
  1. zou de overwinning behalen
  2. zou de overwinning behalen
  3. zou de overwinning behalen
  4. zouden de overwinning behalen
  5. zouden de overwinning behalen
  6. zouden de overwinning behalen
diversen
  1. behaal de overwinning!
  2. behaalt de overwinning!
  3. de overwinning behaald
  4. de overwinning behalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor de overwinning behalen