Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. deppen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor deppen in het Nederlands

deppen:

deppen werkwoord (dep, dept, depte, depten, gedept)

  1. deppen
    betten; deppen; afbetten; bevochtigen
    • betten werkwoord (bet, bette, betten, gebet)
    • deppen werkwoord (dep, dept, depte, depten, gedept)
    • afbetten werkwoord
    • bevochtigen werkwoord (bevochtig, bevochtigt, bevochtigde, bevochtigden, bevochtigd)

Conjugations for deppen:

o.t.t.
  1. dep
  2. dept
  3. dept
  4. deppen
  5. deppen
  6. deppen
o.v.t.
  1. depte
  2. depte
  3. depte
  4. depten
  5. depten
  6. depten
v.t.t.
  1. heb gedept
  2. hebt gedept
  3. heeft gedept
  4. hebben gedept
  5. hebben gedept
  6. hebben gedept
v.v.t.
  1. had gedept
  2. had gedept
  3. had gedept
  4. hadden gedept
  5. hadden gedept
  6. hadden gedept
o.t.t.t.
  1. zal deppen
  2. zult deppen
  3. zal deppen
  4. zullen deppen
  5. zullen deppen
  6. zullen deppen
o.v.t.t.
  1. zou deppen
  2. zou deppen
  3. zou deppen
  4. zouden deppen
  5. zouden deppen
  6. zouden deppen
en verder
  1. is gedept
  2. zijn gedept
diversen
  1. dep!
  2. dept!
  3. gedept
  4. deppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze