Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. dialecten:
  2. dialect:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor dialecten in het Nederlands

dialecten:

dialecten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dialecten
    de dialecten; de streektalen

Verwante woorden van "dialecten":


dialect:

dialect [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dialect
    de streektaal; het dialect; de tongval; het taaltje
    • streektaal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dialect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tongval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • taaltje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het dialect
    het accent; het dialect; het taaltje; de tongval
    • accent [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dialect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • taaltje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tongval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "dialect":