Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. doorsmeren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor doorsmeren in het Nederlands

doorsmeren:

doorsmeren werkwoord (smeer door, smeert door, smeerde door, smeerden door, doorgesmeerd)

  1. doorsmeren
    doorsmeren
    • doorsmeren werkwoord (smeer door, smeert door, smeerde door, smeerden door, doorgesmeerd)

Conjugations for doorsmeren:

o.t.t.
  1. smeer door
  2. smeert door
  3. smeert door
  4. smeren door
  5. smeren door
  6. smeren door
o.v.t.
  1. smeerde door
  2. smeerde door
  3. smeerde door
  4. smeerden door
  5. smeerden door
  6. smeerden door
v.t.t.
  1. heb doorgesmeerd
  2. hebt doorgesmeerd
  3. heeft doorgesmeerd
  4. hebben doorgesmeerd
  5. hebben doorgesmeerd
  6. hebben doorgesmeerd
v.v.t.
  1. had doorgesmeerd
  2. had doorgesmeerd
  3. had doorgesmeerd
  4. hadden doorgesmeerd
  5. hadden doorgesmeerd
  6. hadden doorgesmeerd
o.t.t.t.
  1. zal doorsmeren
  2. zult doorsmeren
  3. zal doorsmeren
  4. zullen doorsmeren
  5. zullen doorsmeren
  6. zullen doorsmeren
o.v.t.t.
  1. zou doorsmeren
  2. zou doorsmeren
  3. zou doorsmeren
  4. zouden doorsmeren
  5. zouden doorsmeren
  6. zouden doorsmeren
en verder
  1. is doorgesmeerd
  2. zijn doorgesmeerd
diversen
  1. smeer door!
  2. smeert door!
  3. doorgesmeerd
  4. doorsmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze