Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor dringend in het Nederlands
dringend:
-
dringend
dringend; met spoed; urgent; spoedeisend; klemmend-
dringend bijvoeglijk naamwoord
-
met spoed bijvoeglijk naamwoord
-
urgent bijvoeglijk naamwoord
-
spoedeisend bijvoeglijk naamwoord
-
klemmend bijvoeglijk naamwoord
-
Verwante woorden van "dringend":
dringen:
-
dringen
-
dringen
– mensen opzij duwen om zelf vooraan te komen 1
Conjugations for dringen:
o.t.t.
- dring
- dringt
- dringt
- dringen
- dringen
- dringen
o.v.t.
- drong
- drong
- drong
- drongen
- drongen
- drongen
v.t.t.
- heb gedrongen
- hebt gedrongen
- heeft gedrongen
- hebben gedrongen
- hebben gedrongen
- hebben gedrongen
v.v.t.
- had gedrongen
- had gedrongen
- had gedrongen
- hadden gedrongen
- hadden gedrongen
- hadden gedrongen
o.t.t.t.
- zal dringen
- zult dringen
- zal dringen
- zullen dringen
- zullen dringen
- zullen dringen
o.v.t.t.
- zou dringen
- zou dringen
- zou dringen
- zouden dringen
- zouden dringen
- zouden dringen
en verder
- ben gedrongen
- bent gedrongen
- is gedrongen
- zijn gedrongen
- zijn gedrongen
- zijn gedrongen
diversen
- dring!
- dringt!
- gedrongen
- dringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze