Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. droog:
  2. drogen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor droog in het Nederlands

droog:

droog bijvoeglijk naamwoord

  1. droog
    droog; verdord; dor
    • droog bijvoeglijk naamwoord
    • verdord bijvoeglijk naamwoord
    • dor bijvoeglijk naamwoord
  2. droog
    droog; schraal; schriel
  3. droog
    – niet zoet van smaak 1
    droog
    – niet zoet van smaak 1
    • droog bijvoeglijk naamwoord
      • dit is een droge wijn1
  4. droog
    – wie grappige dingen op een serieuze manier zegt 1
    droog
    – wie grappige dingen op een serieuze manier zegt 1
    • droog bijvoeglijk naamwoord
      • Nejdat maakte een droge opmerking1
  5. droog
    – zonder vloeistof 1
    droog
    – zonder vloeistof 1
    • droog bijvoeglijk naamwoord
      • de was is droog1

Verwante woorden van "droog":


Antoniemen van "droog":


Verwante definities voor "droog":

  1. niet zoet van smaak1
    • dit is een droge wijn1
  2. wie grappige dingen op een serieuze manier zegt1
    • Nejdat maakte een droge opmerking1
  3. zonder vloeistof1
    • de was is droog1

drogen:

drogen werkwoord (droog, droogt, droogde, droogden, gedroogd)

  1. drogen
    drogen; afdrogen; droogmaken
    • drogen werkwoord (droog, droogt, droogde, droogden, gedroogd)
    • afdrogen werkwoord (droog af, droogt af, droogde af, droogden af, afgedroogd)
    • droogmaken werkwoord (maak droog, maakt droog, maakte droog, maakten droog, drooggemaakt)
  2. drogen
    drogen; opdrogen
    • drogen werkwoord (droog, droogt, droogde, droogden, gedroogd)
    • opdrogen werkwoord (droog op, droogt op, droogde op, droogden op, opgedroogd)
  3. drogen
    drogen; doen drogen
    • drogen werkwoord (droog, droogt, droogde, droogden, gedroogd)
    • doen drogen werkwoord

Conjugations for drogen:

o.t.t.
  1. droog
  2. droogt
  3. droogt
  4. drogen
  5. drogen
  6. drogen
o.v.t.
  1. droogde
  2. droogde
  3. droogde
  4. droogden
  5. droogden
  6. droogden
v.t.t.
  1. heb gedroogd
  2. hebt gedroogd
  3. heeft gedroogd
  4. hebben gedroogd
  5. hebben gedroogd
  6. hebben gedroogd
v.v.t.
  1. had gedroogd
  2. had gedroogd
  3. had gedroogd
  4. hadden gedroogd
  5. hadden gedroogd
  6. hadden gedroogd
o.t.t.t.
  1. zal drogen
  2. zult drogen
  3. zal drogen
  4. zullen drogen
  5. zullen drogen
  6. zullen drogen
o.v.t.t.
  1. zou drogen
  2. zou drogen
  3. zou drogen
  4. zouden drogen
  5. zouden drogen
  6. zouden drogen
en verder
  1. is gedroogd
  2. zijn gedroogd
diversen
  1. droog!
  2. droogt!
  3. gedroogd
  4. drogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "drogen":


Verwante synoniemen voor droog