Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. druif:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor druif in het Nederlands

druif:

druif [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de druif
    de druif
    • druif [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de druif
    – blauwe of groene trosvrucht waar wijn van gemaakt wordt 1
    de druif
    – blauwe of groene trosvrucht waar wijn van gemaakt wordt 1
    • druif [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de geplukte druiven worden geperst1

Verwante woorden van "druif":

  • druiven, druifje, druifjes

Verwante definities voor "druif":

  1. blauwe of groene trosvrucht waar wijn van gemaakt wordt1
    • de geplukte druiven worden geperst1