Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. dubbeltje:
  2. dubbel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor dubbeltje in het Nederlands

dubbeltje:

dubbeltje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dubbeltje
    het dubbeltje
  2. het dubbeltje
    – muntje van 10 cent, tiende deel van een gulden 1
    het dubbeltje
    – muntje van 10 cent, tiende deel van een gulden 1
    • dubbeltje [het ~] zelfstandig naamwoord
      • een gulden is tien dubbeltjes1

Verwante woorden van "dubbeltje":


Verwante definities voor "dubbeltje":

  1. muntje van 10 cent, tiende deel van een gulden1
    • een gulden is tien dubbeltjes1

dubbeltje vorm van dubbel:

dubbel bijvoeglijk naamwoord

  1. dubbel
    dubbel
    • dubbel bijvoeglijk naamwoord
  2. dubbel
    – bestaande uit twee gelijke dingen 1
    dubbel
    – bestaande uit twee gelijke dingen 1
    • dubbel bijvoeglijk naamwoord
      • ze hebben dubbel glas in de ramen1

dubbel [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. dubbel
    de stuntman; dubbel; double
    • stuntman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dubbel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • double [znw.] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "dubbel":


Antoniemen van "dubbel":


Verwante definities voor "dubbel":

  1. bestaande uit twee gelijke dingen1
    • ze hebben dubbel glas in de ramen1