Synoniemen voor "eigen maken" in het Nederlands
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor eigen maken in het Nederlands
eigen maken:
-
eigen maken
leren;
verwerven;
opsteken;
aanleren;
oppikken;
eigen maken
-
leren
werkwoord
(leer, leert, leerde, leerden, geleerd)
-
verwerven
werkwoord
(verwerf, verwerft, verwierf, verwierven, verworven)
-
opsteken
werkwoord
(steek op, steekt op, stak op, staken op, opgestoken)
-
aanleren
werkwoord
(leer aan, leert aan, leerde aan, leerden aan, aangeleerd)
-
oppikken
werkwoord
(pik op, pikt op, pikte op, pikten op, opgepikt)
-
-
eigen maken
verkrijgen;
verwerven;
iets bemachtigen;
kopen;
eigen maken
-
verkrijgen
werkwoord
(verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
-
verwerven
werkwoord
(verwerf, verwerft, verwierf, verwierven, verworven)
-
-
kopen
werkwoord
(koop, koopt, kocht, kochten, gekocht)
-
Verwante synoniemen voor eigen maken