Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor eng in het Nederlands
eng:
-
eng
eng; nauw; krap; met weinig ruimte-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
nauw bijvoeglijk naamwoord
-
krap bijvoeglijk naamwoord
-
met weinig ruimte bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng
van geringe breedte; nauw; eng; smalletjes; smal-
van geringe breedte bijvoeglijk naamwoord
-
nauw bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
smalletjes bijwoord
-
smal bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng
-
eng
-
eng
-
eng
angstaanjagend; beangstigend; eng-
angstaanjagend bijvoeglijk naamwoord
-
beangstigend bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng
angstaanjagend; schrikwekkend; eng; griezelig; angstwekkend; schrikaanjagend; vreeswekkend; vreesaanjagend-
angstaanjagend bijvoeglijk naamwoord
-
schrikwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
griezelig bijvoeglijk naamwoord
-
angstwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
schrikaanjagend bijvoeglijk naamwoord
-
vreeswekkend bijvoeglijk naamwoord
-
vreesaanjagend bijvoeglijk naamwoord
-