Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor erheen rijden in het Nederlands
erheen rijden:
-
erheen rijden
Conjugations for erheen rijden:
o.t.t.
- rijd erheen
- rijdt erheen
- rijdt erheen
- rijden erheen
- rijden erheen
- rijden erheen
o.v.t.
- reed erheen
- reed erheen
- reed erheen
- reden erheen
- reden erheen
- reden erheen
v.t.t.
- ben erheen gereden
- bent erheen gereden
- is erheen gereden
- zijn erheen gereden
- zijn erheen gereden
- zijn erheen gereden
v.v.t.
- was erheen gereden
- was erheen gereden
- was erheen gereden
- waren erheen gereden
- waren erheen gereden
- waren erheen gereden
o.t.t.t.
- zal erheen rijden
- zult erheen rijden
- zal erheen rijden
- zullen erheen rijden
- zullen erheen rijden
- zullen erheen rijden
o.v.t.t.
- zou erheen rijden
- zou erheen rijden
- zou erheen rijden
- zouden erheen rijden
- zouden erheen rijden
- zouden erheen rijden
diversen
- rijd erheen!
- rijdt erheen!
- erheen gereden
- erheen rijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze