Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. flipperen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor flipperen in het Nederlands

flipperen:

flipperen werkwoord (flipper, flippert, flipperde, flipperden, geflipperd)

  1. flipperen
    flipperen
    • flipperen werkwoord (flipper, flippert, flipperde, flipperden, geflipperd)

Conjugations for flipperen:

o.t.t.
  1. flipper
  2. flippert
  3. flippert
  4. flipperen
  5. flipperen
  6. flipperen
o.v.t.
  1. flipperde
  2. flipperde
  3. flipperde
  4. flipperden
  5. flipperden
  6. flipperden
v.t.t.
  1. heb geflipperd
  2. hebt geflipperd
  3. heeft geflipperd
  4. hebben geflipperd
  5. hebben geflipperd
  6. hebben geflipperd
v.v.t.
  1. had geflipperd
  2. had geflipperd
  3. had geflipperd
  4. hadden geflipperd
  5. hadden geflipperd
  6. hadden geflipperd
o.t.t.t.
  1. zal flipperen
  2. zult flipperen
  3. zal flipperen
  4. zullen flipperen
  5. zullen flipperen
  6. zullen flipperen
o.v.t.t.
  1. zou flipperen
  2. zou flipperen
  3. zou flipperen
  4. zouden flipperen
  5. zouden flipperen
  6. zouden flipperen
diversen
  1. flipper!
  2. flippert!
  3. geflipperd
  4. flipperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze